Een van de meest veelzijdige atleten, niet alleen van Metro maar van heel Nederland, was Aad Steylen. Aad heeft in zijn lange carrière, die nog steeds voortduurt, bijna alle atletiekonderdelen beoefend. In zijn juniorentijd was Aad ooit Nederlands kampioen speerwerpen en won hij zilver bij het polsstokhoogspringen. Ook beoefende hij de tienkamp. In de beginjaren van Metro maakte hij deel uit van het kampioensviertal 4x800m. Aad werkte bij Shell in volcontinudiensten maar wist in 1958 nationaal kampioen te worden op de 800m. Echt bekend werd hij echter door zijn talenten op de lange afstand. Toen Aad aan het CIOS in Overveen ging studeren had hij niet zoveel tijd meer om voor de 800m te trainen. Dus liep hij ’s ochtends vroeg en op woensdagmiddag zelf maar wat kilometers op de weg. Dit beviel wel en hij begon ook aan wegwedstrijden deel te nemen. In 1961 werd hij nationaal kampioen op de 25 km. Alle clubrecords op de wegafstanden kwamen in zijn bezit en het clubrecord op de 25km is zelfs nog steeds in zijn handen.
Hij werd hij door de KNAU uitgenodigd deel te nemen aan een zes-landenwedstrijd op de marathon, een afstand die hij nog nooit gelopen had. Aad ging veel te hard van start en finishte uiteindelijk in 2.45, maar in 1965 werd hij wel nationaal kampioen op deze afstand en hij wist deze titel in 1966 en 1967 te prolongeren. In 1967 verbrak hij het nationaal record met een tijd van 2.22.20 en op de Olympische Spelen van Mexico in 1968 werd hij 27-e op de marathon (elfde Europeaan). Helaas had hij Metro eerder dat jaar verlaten omdat hij een baan kreeg in Zutphen.
Ook over Aad Steylen doet een aantal anekdotes de ronde. Zo meldde hij zich begin jaren 60 eens bij Henk Mohr (fysiotherapeut in opleiding), om gemasseerd te worden. Henk: “Ik vertelde hem dat ik dat niet kon doen omdat ik geen massageolie bij me had. Dat vond Aad geen probleem, hij kwam aanzetten met een blik motorolie van zijn Lelijke Eend en daar heb ik hem toen mee gemasseerd.”
In dezelfde periode meldde Aad zich aan voor de Rotterdamse Veldloopkampioenschappen. Deze bestonden uit een lange cross en een korte, de ‘Veldlooptitel voor niet-lange afstandlopers’. Aad wilde de korte cross lopen maar werd daarvoor afgewezen omdat hij een lange afstandloper was. In de lange cross moest hij het opnemen tegen de bekende Minerva-atleet Dirk de Bruijn. Dirk was, net als Aad, voor geen kleintje vervaard. De twee stormden weg bij het startschot en liepen de eerste ronden samen op. In de laatste ronde had Aad echter zo’n voorsprong dat hij stopte bij een boomstronk die hij in de eerste ronde had zien liggen, deze optilde en vier keer boven zijn hoofd tilde, weggooide en doorliep om de race te winnen. “Ja, ik hield wel van een grapje en een grolletje,” aldus Aad. In 2004 liep Aad Steylen – toen bijna 69 – nog steeds en gaf ook nog training. De marathon in Berlijn van 2003 voltooide hij in 3:15 uur.”Ik lijk wel op Heintje Davids, elke keer neem ik afscheid van de marathon maar ik kan het toch niet laten.”